De 8 eindtermen met een zinvolle ICT - activiteit.
Eindterm 1: De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
Vak: Wiskunde
Wat: Hoeken meten en tekenen
Hoe: Leerlingen kijken naar de filmpjes op de onderstaande site. Ze zoeken uit hoe ze een hoek meten meten en tekenen. Nadien gaan ze zelf aan de slag in hun werkboek na de filmpjes bekeken te hebben.
http://juf-vera.yurls.net/nl/page/700902
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
Dit is een goed voorbeeld waarbij ICT gebruikt wordt om iets uit te leggen. Om iets te begrijpen moet de leerling hiervoor uiteraard open staan en ervaren dat ICT niet altijd moeilijk moet zijn.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
Deze activiteit komt voort uit de eindtermen wiskunde van het vijfde leerjaar. Het is de bedoeling dat de leerling deze aan het eind van het jaar behaald heeft. De leerlingen van het vijfde leerjaar kunnen al aardig overweg met de computer en het internet. Het bekijken van een filmpje om nadien het geleerde zelf toe te passen is zeker haalbaar. Ze leren op zelfstandige basis iets bij, hierbij krijgt de leerling de verantwoordelijkheid om de filmpjes goed te bekijken.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
De leerlingen van het vijfde leerjaar kunnen goed overweg met een computer en het internet. Beter dan wij misschien inschatten. Bij deze activiteit moet de leerling open staan voor het gebruik van ICT binnen de klas en het vak wiskunde om een opdracht te kunnen uitvoeren. Hier ondersteunt de ICT- activiteit de leerling want na het bekijken van het filmpje moet de leerling zelf aan de slag gaan. De leerling leert iets nieuws bij door te kijken en te ervaren dat ICT ook leuk kan zijn.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas
Dit zijn filmpjes die aan de zwakke leerlingen getoond kunnen worden. Op een leuke manier kunnen ze zien hoe hoeken gemeten en getekend worden. Tijdens een les wiskunde mogen er een aantal leerlingen (bepaald door de leerkracht) aan een computer deze filmpjes bekijken. De leerkracht zet de links al open zodat hier niet teveel tijd aan verloren gaat. Het bekijken van de filmpjes vraagt een paar minuten tijd. Op deze manier kunnen alle leerlingen alleen of per twee de filmpjes zien.
Eindterm 2: De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
Vak: Wereldoriëntatie
Wat: Het weer
Hoe: In groep gaan de leerlingen op zoek naar verschillende sites die betrekking hebben tot het weer en het weerbericht. Ze onderzoeken de verschillende sites. Ze vullen een opdrachtenblad in met daarop algemene vragen over het weerbericht en de bezochte sites.
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
De leerlingen moeten bij dit thema het weer kunnen meten en ontcijferen. Ze leren ook over de weerkaarten en wolkenfoto's. Doordat de leerlingen zelf op zoek moeten gaan over het onderwerp 'het weer' leren ze binnen hun groepje al veel bij. Dit is een les om de leerlingen warm te maken voor het nieuwe thema. Ze krijgen algemene vragen waarop ze een antwoord moeten formuleren. Deze antwoorden vinden ze door verschillende sites te raadplegen. Een site raadplegen en nadien de vragen oplossen is dus niet voldoende.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
Leerlingen moeten weten dat informatie gehaald wordt uit verschillende bronnen, in dit geval internetsites. Deze activiteit stelt de leerlingen hiervan in staat, ze moeten immers doelgericht op zoek gaan naar informatie. In een vijfde leerjaar moeten ze al vlot in groep kunnen werken.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Door deze activiteit te doen leren de leerlingen dat ze op een veilige en verantwoorde manier met sites moeten omgaan. De leerlingen kregen de opdracht vragen te beantwoorden nadat ze de sites over het 'weer' bezocht hadden. Een eerste deel van de vragen gaat effectief over de bezochte sites. Vragen zoals: Hoe kan je zien dat dit een goede site is? Wie is de maker van de site? Nadien volgen er algemene vragen over het 'weer'.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas
Leerlingen plaatsen zich in groepen achter een computer. Dit kan ook op een Ipad of laptop opgezocht worden. De leerkracht legt de opdracht uit. De leerlingen krijgen voor deze opdracht een heel lesuur. Ze beantwoorden eerst in groep de vragen over de bezochte sites, nadien zoeken ze de antwoorden op over het 'weer'. Er wordt tijdens een klassikaal moment de verschillende site besproken, dit door de leerlingen.
Eindterm 3: De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunende leeromgeving.
Vak: Wiskunde
Wat: Breuken optellen en aftrekken
Hoe: Leerlingen maken op de onderstaande site oefeningen over breuken. Ze kunnen deze zelf heel makkelijk verbeteren.
http://www.computermeester.be/breuken/breuken.htm
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
De leerlingen uit het vijfde leerjaar moeten breuken al goed onder de knie hebben. Ze kennen de verschillende regels die worden toegepast bij het aftrekken, optellen, vermenigvuldigen en delen bij breuken. Op deze manier (via ICT) ervaren kinderen dat leren ook op een leuke manier kan. Ze maken de oefeningen en wanneer deze juist is mag de leerling een puzzelstukje 'openen' op de site. Want dit wordt in de opdracht verwacht.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
Deze oefeningen zijn zeker op niveau van het vijfde leerjaar. De oefeningen worden aantrekkelijk aangeboden en de leerlingen kunnen makkelijk overweg met de site, ze moeten hierbij de antwoorden invullen. Ze moeten bij deze opdracht zelfstandig oefenen. De leuke opdrachten en aantrekkelijke site zorgen ervoor dat de leerling gemotiveerd blijven voor het vak wiskunde.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
De leerlingen kennen de leerinhouden over breuken. Ze kennen alle regeltjes, nu is het alleen een kwestie van inoefenen. Deze site is hiervoor geschikt want de leerlingen oefenen de leerinhouden in. De site biedt oefeningen aan op een leuke manier en ziet er aantrekkelijk uit. Tegelijk ervaren leerlingen dat oefeningen van wiskunde via de computer ook heel leuk kunnen zijn om te maken.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas
Elke leerling krijgt de kans om deze oefeningen te maken. Er zijn een aantal computers beschikbaar in de klas. Tijdens een herhalingsles over breuken, maken een deel van de leerlingen deze oefeningen in het werkboek. Een aantal leerlingen (gekozen) door de leerkracht mogen gedurende een bepaalde tijd de oefeningen over breuken op de site maken. Op deze manier krijgt iedere leerling de kans. Het is verstandig om zwakke leerlingen hier zeker een kans in te geven, ze ervaren dat wiskunde op een leuke manier kan verlopen. Deze oefening kan ook gegeven worden tijdens een hoekenwerk. Hierbij werken de leerlingen met een doofschuifsysteem.
Eindterm 4: De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunende leeromgeving.
Vak: Wereldoriëntatie
Wat: Gezond en wel
Hoe: Een oefensite waarop leerlingen hun kennis over het menselijk lichaam kunnen testen en waarbij ze oefeningen moeten maken.
http://www.ict-cks.be/website/oefenen_wo_lichaam.php
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
De doelstellingen die de leerlingen gedurende dit thema moeten bereiken gaan over het spijsverteringsstelsel, longen en ademhalingsstelsel en het bloed en de bloedsomloop. Ze leren op een spelende manier het menselijk lichaam kennen. Op deze site vinden ze ook alleen maar informatie over het menselijk lichaam.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
De leerlingen uit een vijfde leerjaar spelen nog graag spelletjes. Vaak zelfs liever op het internet. In de opdrachten op de site zit er een zekere uitdaging naar de leerlingen toe. De vragen die ze moeten beantwoorden zijn niet altijd even gemakkelijk. Ze leren op een leuke manier het menselijk lichaam kennen. Ze gaan op ontdekking op de site, niet alles wordt meteen vrijgegeven.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Door het maken van de oefeningen op de site leren de leerlingen de inhouden over het menselijk lichaam. Pas na het hoekenwerk wordt het menselijk lichaam nog uitgebreid uitgelegd door de leerkracht (voorzien in een nieuwe les). Op zelfstandige basis leren de leerlingen de inhouden over het menselijk lichaam, ze gaan op ontdekkingstocht. Leerlingen onthouden het best nieuwe info als ze deze zelf gevonden hebben.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas.
Deze les wordt aangeboden tijdens een hoekenwerk over het lichaam, dit aan het begin van het nieuwe thema. Leerlingen werken tijdens het hoekenwerk met een doorschuifsysteem. Ze werken alleen of per twee samen aan de computer. De website staat al open zodat hier geen tijd aan verloren gaat. Ze volgen het plan dat opgesteld werd door de leerkracht. Op dit plan staat de volgorde van oefeningen die ze moeten maken op de site.
Deze verloopt als volgt: Spel over het menselijk lichaam - spijsverteringsquiz - interactieve les over het skelet - delen van het skelet.
Eindterm 5: De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
Vak: Muvo
Wat: Beeld, zelfportret
Hoe: Leerlingen zoeken op Google informatie op over de kunstenaar Picasso. Nadien gaan ze verder naar de volgende link: http://www.picassohead.com/create.html. Ze maken op deze site een eigen portret aan de hand van de functies. Nadien worden deze afgeprint en opgehangen in de klas.
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
De leerlingen moeten een zelfportret maken. Ze moeten kritisch naar zichzelf kunnen kijken en dit overnemen (gebruik van spiegels). Deze doelstellingen kunnen op meerdere manieren bereikt worden dankzij de verschillende materialen dat gebruikt worden tijdens een les beeld. Deze les maken de leerlingen een zelfportret aan de de hand van de functies die ze op de site terug vinden.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
De leerlingen uit een vijfde leerjaar kunnen al heel wat. Leerlingen krijgen deze les te maken met ICT binnen beeld. In een vijfde leerjaar weten ze al goed hoe een site eruit ziet en hoe men opdrachten op een site moet maken. Ze krijgen hierbij vrijheid van de leerkracht om zelf eens uit te zoeken hoe ze nu dat portret moeten maken. Leerlingen uit het vijfde leerjaar moeten nog steeds gestimuleerd worden om hun creativiteit te gebruiken.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Via deze site kunnen de leerlingen een creatief zelfportret maken. De eindterm die gelinkt is met het maken van een zelfportret kan goed ingevuld worden door de site over Picasso en het hierbij creëren van een zelfportret. Creativiteit en fantasie is hierbij zeker nodig, dit kan dus ook geprikkeld worden door een ICT-opdracht.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas
De leerlingen gaan in groepjes zitten van maximum 3 leerlingen en plaatsen zich achter een computer. Ze krijgen eerst een kleine zoekopdracht op Google om afbeeldingen van Picasso te zoeken. Deze worden klassikaal mondeling besproken. De leerkracht legt kort de opdracht uit, deze gaat over het maken van een zelfportret op de gegeven site. Deze kunnen de leerlingen na instructies van de leerkracht makkelijk terug vinden. Per drie werken ze samen en helpen ze elkaar bij het maken van een zelfportret. Uiteindelijk mogen er leuke en creatieve ideeën naar boven komen. Nadien worden deze door de leerkracht afgeprint en opgehangen in de klas. Deze opdracht kan ook gegeven worden tijdens een hoekenwerk. Hierbij kan de leerling dan alleen werken.
Eindterm 6: De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren.
Vak: Wereldoriëntatie
Wat: Thema 'Wij hebben een verleden'
Hoe: Een foto van het verleden zoeken op het internet, nadien zoeken ze een gepast versje/rijmpje/ tekst die hierover gaat. Alles wordt samengevoegd in een Word document.
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
Bij deze activiteit krijgen de leerlingen per twee een onderwerp over het thema waarmee ze bezig zijn. In dit geval gaat het over het 'verleden'. Ze gaan op zoek naar een gepaste foto of afbeelding en een tekstje. Deze moeten allebei over het verleden gaan. Een thema WO wordt verspreid over enkele lessen en zelfs weken. Deze doelstelling wordt deels bereikt tijdens deze les, alsook de andere lessen die over het verleden zullen gaan.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
Leerlingen uit het vijfde leerjaar moeten al in staat zijn om voor zichzelf uit te maken wat relevante informatie is en wat niet. De leerlingen kunnen zelfstandig of in groep informatie opzoeken op het internet. Ze weten ook al hoe ze deze moeten opzoeken op een goede en betrouwbare manier. Hun creativiteit wordt enerzijds ook geprikkeld omdat ze een vrijheid krijgen binnen hun opdracht.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Leerlingen krijgen een zekere vrijheid bij het maken van zulke opdrachten. Ze krijgen wel een doel mee dat ze moeten bereiken, namelijk het opzoeken van een afbeelding en een bijpassende tekst hierover. Ze moeten dus op het internet zoeken. Elk groepje krijgt uiteraard een ander doel om op te zoeken maar alles heeft nog te maken met het thema 'verleden'. Het is dan ook de bedoeling dat ze hun doel bereiken door op een veilige en verantwoorde manier het opzoekwerk te verrichten. Nadien zetten ze de gevonden opdrachten in een Word document. De leerlingen zijn vrij om met Word aan de slag te gaan. Het blad dat ze afgeven moet zo goed mogelijk de afbeelding en de tekst omschrijven. Als laatste slaan ze dit op in een map op de computer. Uiteraard dat een goede begeleiding door de leerkracht nodig is.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas
De leerkracht verdeeld de leerlingen in groepjes. De groepjes worden zo gemaakt dat ze niet met te veel aan één pc komen te zitten. Dit is een groepswerk dat meerdere lesuren in beslag mag nemen. Elk groepje krijgt een computer. Als er te weinig computers aanwezig zijn in de klas dan werken we met een doorschuifsysteem. In tussen tijd wordt er een extra opdracht voorzien. Per twee krijgen de leerlingen een woord dat te maken heeft met het verleden. Aan de hand van dit woord gaan ze op zoek naar een afbeelding en bijpassende tekst.
Eindterm 7: De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.
Vak: Wereldoriëntatie
Wat: Thema 'een toekomst voor 7 miljard mensen
Hoe: Opzoekwerk op het internet over verschillende onderwerpen die met de toekomst te maken hebben. Deze worden verwerkt en gepresenteerd vanuit een powerpoint die de leerlingen zelf maken.
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
De leerlingen leren over de toekomst. Deze lessen kunnen vrij gegeven worden. De creatieve geest van de leerlingen wordt bevorderd wanneer ze op zoek moeten gaan naar leuke materialen en gebruiksvoorwerpen die uit de toekomst kunnen komen. Elke groep krijgt een bepaald onderwerp/ thema waarover ze foto's moeten zoeken en trekken. Voor het vak wereldoriëntatie wordt er veel tijd gestoken in de lessen, maar ook in de verwerking hiervan.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
De leerlingen moeten leren in groep samen te werken. In een vijfde leerjaar kunnen ze dat al vlot. Nu krijgen ze de opdracht om foto's te trekken met een gekregen fototoestel (van school/ leerkracht). Hierbij moeten ze overeen komen wanneer ze een foto kiezen. De leerlingen worden bij deze opdracht ook echt uitgedaagd om de foto's te presenteren via een powerpont. Tijdens de presentatie lichtten ze deze mondeling toe. Ook in de powerpoint moeten ze kleine teksten schrijven over de foto's. In een vijfde leerjaar hebben ze al geleerd hoe ze een goede presentatie moeten geven, dit is doorgaans iets dat ook al in de tweede graad wordt aangeleerd.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Deze activiteit is een echte uitdaging. De leerlingen moeten hun gevonden informatie en foto's presenteren aan hun klasgenoten. Ze doen dit via een powerpoint die ze mondeling moeten toelichten. Ze leren hierbij de functies van een powerpont en het gebruik ervan.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas?
De leerlingen moeten een voorstelling geven aan hun klasgenoten op basis van een powerpoint. De leerlingen worden in groep gezet. Ze krijgen allemaal een onderwerp of thema waar ze materialen over moeten zoeken en deze fotograferen. De leerkracht helpt de leerlingen de foto's op de computer te zetten Ze hebben al reeds een uitleg gekregen over het gebruik van een powerpoint en hoe ze deze moeten maken. Nu mogen ze zelf aan de slag gaan.
Eindterm 8: De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.
Vak: Muvo
Wat: Beeld, kleurenverwerking op een bestaande prentbriefkaart http://nl.hallmark.be/e-cards/ecardsLogin.aspx
Hoe: Online een kaart schrijven naar een bepaalde persoon en hierop kleuren verwerken.
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
Binnen het thema 'Welkom' moeten de leerlingen voor het onderdeel beeld een kleurenverwerking op een bestaande prentbriefkaart maken. De doelstellingen van deze opdracht worden bereikt, inclusief met eindterm 8 van ICT. De leerlingen zijn hiermee creatief bezig en communiceren tegelijk met de buitenwereld.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
De leerlingen weten ondertussen wat mogelijke gevaren zijn bij het gebruik van internet. De leerlingen kunnen in het vijfde leerjaar al vlot teksten schrijven en hun fantasie de vrije loop laten gaan. De leerlingen moeten een boodschap schrijven aan iemand anders, ze kennen hun doelgroep naar wie ze moeten schrijven. In plaats van dat de leerlingen dit neerschrijven mogen ze dit op een originelere manier doen, namelijk via het internet.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Het doel van deze activiteit is het maken van een kleurenverwerking op een bestaande prentenbriefkaart. Natuurlijk mag je als leerkracht je eigen inbreng er in steken en laten gelden. De leerlingen maken nog steeds deze opdracht maar ze gaan bij hun bekomen kleurenverwerking ook nog een tekst schrijven. De kleurenverwerking gebeurd ook online in het programma van E- cards.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas?
De klas wordt verdeeld in groepen. Terwijl de ene groep al nadenkt over de inhoud van zijn/ haar boodschap, denkt de andere groep al na over het ontwerp
dat ze zullen maken voor de e- cards. De leerlingen werken dit uit in het klad. De leerlingen mogen dit gedurende een aantal lesuren maken en laten nakijken door de leerkracht. Via het programma van E-cards schrijven ze een boodschap naar een medeleerling en mogen ze dit effectief online verzenden.
Vak: Wiskunde
Wat: Hoeken meten en tekenen
Hoe: Leerlingen kijken naar de filmpjes op de onderstaande site. Ze zoeken uit hoe ze een hoek meten meten en tekenen. Nadien gaan ze zelf aan de slag in hun werkboek na de filmpjes bekeken te hebben.
http://juf-vera.yurls.net/nl/page/700902
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
Dit is een goed voorbeeld waarbij ICT gebruikt wordt om iets uit te leggen. Om iets te begrijpen moet de leerling hiervoor uiteraard open staan en ervaren dat ICT niet altijd moeilijk moet zijn.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
Deze activiteit komt voort uit de eindtermen wiskunde van het vijfde leerjaar. Het is de bedoeling dat de leerling deze aan het eind van het jaar behaald heeft. De leerlingen van het vijfde leerjaar kunnen al aardig overweg met de computer en het internet. Het bekijken van een filmpje om nadien het geleerde zelf toe te passen is zeker haalbaar. Ze leren op zelfstandige basis iets bij, hierbij krijgt de leerling de verantwoordelijkheid om de filmpjes goed te bekijken.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
De leerlingen van het vijfde leerjaar kunnen goed overweg met een computer en het internet. Beter dan wij misschien inschatten. Bij deze activiteit moet de leerling open staan voor het gebruik van ICT binnen de klas en het vak wiskunde om een opdracht te kunnen uitvoeren. Hier ondersteunt de ICT- activiteit de leerling want na het bekijken van het filmpje moet de leerling zelf aan de slag gaan. De leerling leert iets nieuws bij door te kijken en te ervaren dat ICT ook leuk kan zijn.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas
Dit zijn filmpjes die aan de zwakke leerlingen getoond kunnen worden. Op een leuke manier kunnen ze zien hoe hoeken gemeten en getekend worden. Tijdens een les wiskunde mogen er een aantal leerlingen (bepaald door de leerkracht) aan een computer deze filmpjes bekijken. De leerkracht zet de links al open zodat hier niet teveel tijd aan verloren gaat. Het bekijken van de filmpjes vraagt een paar minuten tijd. Op deze manier kunnen alle leerlingen alleen of per twee de filmpjes zien.
Eindterm 2: De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
Vak: Wereldoriëntatie
Wat: Het weer
Hoe: In groep gaan de leerlingen op zoek naar verschillende sites die betrekking hebben tot het weer en het weerbericht. Ze onderzoeken de verschillende sites. Ze vullen een opdrachtenblad in met daarop algemene vragen over het weerbericht en de bezochte sites.
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
De leerlingen moeten bij dit thema het weer kunnen meten en ontcijferen. Ze leren ook over de weerkaarten en wolkenfoto's. Doordat de leerlingen zelf op zoek moeten gaan over het onderwerp 'het weer' leren ze binnen hun groepje al veel bij. Dit is een les om de leerlingen warm te maken voor het nieuwe thema. Ze krijgen algemene vragen waarop ze een antwoord moeten formuleren. Deze antwoorden vinden ze door verschillende sites te raadplegen. Een site raadplegen en nadien de vragen oplossen is dus niet voldoende.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
Leerlingen moeten weten dat informatie gehaald wordt uit verschillende bronnen, in dit geval internetsites. Deze activiteit stelt de leerlingen hiervan in staat, ze moeten immers doelgericht op zoek gaan naar informatie. In een vijfde leerjaar moeten ze al vlot in groep kunnen werken.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Door deze activiteit te doen leren de leerlingen dat ze op een veilige en verantwoorde manier met sites moeten omgaan. De leerlingen kregen de opdracht vragen te beantwoorden nadat ze de sites over het 'weer' bezocht hadden. Een eerste deel van de vragen gaat effectief over de bezochte sites. Vragen zoals: Hoe kan je zien dat dit een goede site is? Wie is de maker van de site? Nadien volgen er algemene vragen over het 'weer'.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas
Leerlingen plaatsen zich in groepen achter een computer. Dit kan ook op een Ipad of laptop opgezocht worden. De leerkracht legt de opdracht uit. De leerlingen krijgen voor deze opdracht een heel lesuur. Ze beantwoorden eerst in groep de vragen over de bezochte sites, nadien zoeken ze de antwoorden op over het 'weer'. Er wordt tijdens een klassikaal moment de verschillende site besproken, dit door de leerlingen.
Eindterm 3: De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunende leeromgeving.
Vak: Wiskunde
Wat: Breuken optellen en aftrekken
Hoe: Leerlingen maken op de onderstaande site oefeningen over breuken. Ze kunnen deze zelf heel makkelijk verbeteren.
http://www.computermeester.be/breuken/breuken.htm
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
De leerlingen uit het vijfde leerjaar moeten breuken al goed onder de knie hebben. Ze kennen de verschillende regels die worden toegepast bij het aftrekken, optellen, vermenigvuldigen en delen bij breuken. Op deze manier (via ICT) ervaren kinderen dat leren ook op een leuke manier kan. Ze maken de oefeningen en wanneer deze juist is mag de leerling een puzzelstukje 'openen' op de site. Want dit wordt in de opdracht verwacht.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
Deze oefeningen zijn zeker op niveau van het vijfde leerjaar. De oefeningen worden aantrekkelijk aangeboden en de leerlingen kunnen makkelijk overweg met de site, ze moeten hierbij de antwoorden invullen. Ze moeten bij deze opdracht zelfstandig oefenen. De leuke opdrachten en aantrekkelijke site zorgen ervoor dat de leerling gemotiveerd blijven voor het vak wiskunde.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
De leerlingen kennen de leerinhouden over breuken. Ze kennen alle regeltjes, nu is het alleen een kwestie van inoefenen. Deze site is hiervoor geschikt want de leerlingen oefenen de leerinhouden in. De site biedt oefeningen aan op een leuke manier en ziet er aantrekkelijk uit. Tegelijk ervaren leerlingen dat oefeningen van wiskunde via de computer ook heel leuk kunnen zijn om te maken.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas
Elke leerling krijgt de kans om deze oefeningen te maken. Er zijn een aantal computers beschikbaar in de klas. Tijdens een herhalingsles over breuken, maken een deel van de leerlingen deze oefeningen in het werkboek. Een aantal leerlingen (gekozen) door de leerkracht mogen gedurende een bepaalde tijd de oefeningen over breuken op de site maken. Op deze manier krijgt iedere leerling de kans. Het is verstandig om zwakke leerlingen hier zeker een kans in te geven, ze ervaren dat wiskunde op een leuke manier kan verlopen. Deze oefening kan ook gegeven worden tijdens een hoekenwerk. Hierbij werken de leerlingen met een doofschuifsysteem.
Eindterm 4: De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunende leeromgeving.
Vak: Wereldoriëntatie
Wat: Gezond en wel
Hoe: Een oefensite waarop leerlingen hun kennis over het menselijk lichaam kunnen testen en waarbij ze oefeningen moeten maken.
http://www.ict-cks.be/website/oefenen_wo_lichaam.php
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
De doelstellingen die de leerlingen gedurende dit thema moeten bereiken gaan over het spijsverteringsstelsel, longen en ademhalingsstelsel en het bloed en de bloedsomloop. Ze leren op een spelende manier het menselijk lichaam kennen. Op deze site vinden ze ook alleen maar informatie over het menselijk lichaam.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
De leerlingen uit een vijfde leerjaar spelen nog graag spelletjes. Vaak zelfs liever op het internet. In de opdrachten op de site zit er een zekere uitdaging naar de leerlingen toe. De vragen die ze moeten beantwoorden zijn niet altijd even gemakkelijk. Ze leren op een leuke manier het menselijk lichaam kennen. Ze gaan op ontdekking op de site, niet alles wordt meteen vrijgegeven.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Door het maken van de oefeningen op de site leren de leerlingen de inhouden over het menselijk lichaam. Pas na het hoekenwerk wordt het menselijk lichaam nog uitgebreid uitgelegd door de leerkracht (voorzien in een nieuwe les). Op zelfstandige basis leren de leerlingen de inhouden over het menselijk lichaam, ze gaan op ontdekkingstocht. Leerlingen onthouden het best nieuwe info als ze deze zelf gevonden hebben.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas.
Deze les wordt aangeboden tijdens een hoekenwerk over het lichaam, dit aan het begin van het nieuwe thema. Leerlingen werken tijdens het hoekenwerk met een doorschuifsysteem. Ze werken alleen of per twee samen aan de computer. De website staat al open zodat hier geen tijd aan verloren gaat. Ze volgen het plan dat opgesteld werd door de leerkracht. Op dit plan staat de volgorde van oefeningen die ze moeten maken op de site.
Deze verloopt als volgt: Spel over het menselijk lichaam - spijsverteringsquiz - interactieve les over het skelet - delen van het skelet.
Eindterm 5: De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
Vak: Muvo
Wat: Beeld, zelfportret
Hoe: Leerlingen zoeken op Google informatie op over de kunstenaar Picasso. Nadien gaan ze verder naar de volgende link: http://www.picassohead.com/create.html. Ze maken op deze site een eigen portret aan de hand van de functies. Nadien worden deze afgeprint en opgehangen in de klas.
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
De leerlingen moeten een zelfportret maken. Ze moeten kritisch naar zichzelf kunnen kijken en dit overnemen (gebruik van spiegels). Deze doelstellingen kunnen op meerdere manieren bereikt worden dankzij de verschillende materialen dat gebruikt worden tijdens een les beeld. Deze les maken de leerlingen een zelfportret aan de de hand van de functies die ze op de site terug vinden.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
De leerlingen uit een vijfde leerjaar kunnen al heel wat. Leerlingen krijgen deze les te maken met ICT binnen beeld. In een vijfde leerjaar weten ze al goed hoe een site eruit ziet en hoe men opdrachten op een site moet maken. Ze krijgen hierbij vrijheid van de leerkracht om zelf eens uit te zoeken hoe ze nu dat portret moeten maken. Leerlingen uit het vijfde leerjaar moeten nog steeds gestimuleerd worden om hun creativiteit te gebruiken.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Via deze site kunnen de leerlingen een creatief zelfportret maken. De eindterm die gelinkt is met het maken van een zelfportret kan goed ingevuld worden door de site over Picasso en het hierbij creëren van een zelfportret. Creativiteit en fantasie is hierbij zeker nodig, dit kan dus ook geprikkeld worden door een ICT-opdracht.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas
De leerlingen gaan in groepjes zitten van maximum 3 leerlingen en plaatsen zich achter een computer. Ze krijgen eerst een kleine zoekopdracht op Google om afbeeldingen van Picasso te zoeken. Deze worden klassikaal mondeling besproken. De leerkracht legt kort de opdracht uit, deze gaat over het maken van een zelfportret op de gegeven site. Deze kunnen de leerlingen na instructies van de leerkracht makkelijk terug vinden. Per drie werken ze samen en helpen ze elkaar bij het maken van een zelfportret. Uiteindelijk mogen er leuke en creatieve ideeën naar boven komen. Nadien worden deze door de leerkracht afgeprint en opgehangen in de klas. Deze opdracht kan ook gegeven worden tijdens een hoekenwerk. Hierbij kan de leerling dan alleen werken.
Eindterm 6: De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren.
Vak: Wereldoriëntatie
Wat: Thema 'Wij hebben een verleden'
Hoe: Een foto van het verleden zoeken op het internet, nadien zoeken ze een gepast versje/rijmpje/ tekst die hierover gaat. Alles wordt samengevoegd in een Word document.
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
Bij deze activiteit krijgen de leerlingen per twee een onderwerp over het thema waarmee ze bezig zijn. In dit geval gaat het over het 'verleden'. Ze gaan op zoek naar een gepaste foto of afbeelding en een tekstje. Deze moeten allebei over het verleden gaan. Een thema WO wordt verspreid over enkele lessen en zelfs weken. Deze doelstelling wordt deels bereikt tijdens deze les, alsook de andere lessen die over het verleden zullen gaan.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
Leerlingen uit het vijfde leerjaar moeten al in staat zijn om voor zichzelf uit te maken wat relevante informatie is en wat niet. De leerlingen kunnen zelfstandig of in groep informatie opzoeken op het internet. Ze weten ook al hoe ze deze moeten opzoeken op een goede en betrouwbare manier. Hun creativiteit wordt enerzijds ook geprikkeld omdat ze een vrijheid krijgen binnen hun opdracht.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Leerlingen krijgen een zekere vrijheid bij het maken van zulke opdrachten. Ze krijgen wel een doel mee dat ze moeten bereiken, namelijk het opzoeken van een afbeelding en een bijpassende tekst hierover. Ze moeten dus op het internet zoeken. Elk groepje krijgt uiteraard een ander doel om op te zoeken maar alles heeft nog te maken met het thema 'verleden'. Het is dan ook de bedoeling dat ze hun doel bereiken door op een veilige en verantwoorde manier het opzoekwerk te verrichten. Nadien zetten ze de gevonden opdrachten in een Word document. De leerlingen zijn vrij om met Word aan de slag te gaan. Het blad dat ze afgeven moet zo goed mogelijk de afbeelding en de tekst omschrijven. Als laatste slaan ze dit op in een map op de computer. Uiteraard dat een goede begeleiding door de leerkracht nodig is.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas
De leerkracht verdeeld de leerlingen in groepjes. De groepjes worden zo gemaakt dat ze niet met te veel aan één pc komen te zitten. Dit is een groepswerk dat meerdere lesuren in beslag mag nemen. Elk groepje krijgt een computer. Als er te weinig computers aanwezig zijn in de klas dan werken we met een doorschuifsysteem. In tussen tijd wordt er een extra opdracht voorzien. Per twee krijgen de leerlingen een woord dat te maken heeft met het verleden. Aan de hand van dit woord gaan ze op zoek naar een afbeelding en bijpassende tekst.
Eindterm 7: De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.
Vak: Wereldoriëntatie
Wat: Thema 'een toekomst voor 7 miljard mensen
Hoe: Opzoekwerk op het internet over verschillende onderwerpen die met de toekomst te maken hebben. Deze worden verwerkt en gepresenteerd vanuit een powerpoint die de leerlingen zelf maken.
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
De leerlingen leren over de toekomst. Deze lessen kunnen vrij gegeven worden. De creatieve geest van de leerlingen wordt bevorderd wanneer ze op zoek moeten gaan naar leuke materialen en gebruiksvoorwerpen die uit de toekomst kunnen komen. Elke groep krijgt een bepaald onderwerp/ thema waarover ze foto's moeten zoeken en trekken. Voor het vak wereldoriëntatie wordt er veel tijd gestoken in de lessen, maar ook in de verwerking hiervan.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
De leerlingen moeten leren in groep samen te werken. In een vijfde leerjaar kunnen ze dat al vlot. Nu krijgen ze de opdracht om foto's te trekken met een gekregen fototoestel (van school/ leerkracht). Hierbij moeten ze overeen komen wanneer ze een foto kiezen. De leerlingen worden bij deze opdracht ook echt uitgedaagd om de foto's te presenteren via een powerpont. Tijdens de presentatie lichtten ze deze mondeling toe. Ook in de powerpoint moeten ze kleine teksten schrijven over de foto's. In een vijfde leerjaar hebben ze al geleerd hoe ze een goede presentatie moeten geven, dit is doorgaans iets dat ook al in de tweede graad wordt aangeleerd.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Deze activiteit is een echte uitdaging. De leerlingen moeten hun gevonden informatie en foto's presenteren aan hun klasgenoten. Ze doen dit via een powerpoint die ze mondeling moeten toelichten. Ze leren hierbij de functies van een powerpont en het gebruik ervan.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas?
De leerlingen moeten een voorstelling geven aan hun klasgenoten op basis van een powerpoint. De leerlingen worden in groep gezet. Ze krijgen allemaal een onderwerp of thema waar ze materialen over moeten zoeken en deze fotograferen. De leerkracht helpt de leerlingen de foto's op de computer te zetten Ze hebben al reeds een uitleg gekregen over het gebruik van een powerpoint en hoe ze deze moeten maken. Nu mogen ze zelf aan de slag gaan.
Eindterm 8: De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.
Vak: Muvo
Wat: Beeld, kleurenverwerking op een bestaande prentbriefkaart http://nl.hallmark.be/e-cards/ecardsLogin.aspx
Hoe: Online een kaart schrijven naar een bepaalde persoon en hierop kleuren verwerken.
1. Waarom helpt deze activiteit bij het bereiken van de doelstellingen van het vak?
Binnen het thema 'Welkom' moeten de leerlingen voor het onderdeel beeld een kleurenverwerking op een bestaande prentbriefkaart maken. De doelstellingen van deze opdracht worden bereikt, inclusief met eindterm 8 van ICT. De leerlingen zijn hiermee creatief bezig en communiceren tegelijk met de buitenwereld.
2. Waarom past deze activiteit bij de leerlingen van dit leerjaar?
De leerlingen weten ondertussen wat mogelijke gevaren zijn bij het gebruik van internet. De leerlingen kunnen in het vijfde leerjaar al vlot teksten schrijven en hun fantasie de vrije loop laten gaan. De leerlingen moeten een boodschap schrijven aan iemand anders, ze kennen hun doelgroep naar wie ze moeten schrijven. In plaats van dat de leerlingen dit neerschrijven mogen ze dit op een originelere manier doen, namelijk via het internet.
3. Waarom past deze activiteit bij de gekozen ICT-eindterm.
Het doel van deze activiteit is het maken van een kleurenverwerking op een bestaande prentenbriefkaart. Natuurlijk mag je als leerkracht je eigen inbreng er in steken en laten gelden. De leerlingen maken nog steeds deze opdracht maar ze gaan bij hun bekomen kleurenverwerking ook nog een tekst schrijven. De kleurenverwerking gebeurd ook online in het programma van E- cards.
4. Hoe zou je dit praktisch aanpakken in de klas?
De klas wordt verdeeld in groepen. Terwijl de ene groep al nadenkt over de inhoud van zijn/ haar boodschap, denkt de andere groep al na over het ontwerp
dat ze zullen maken voor de e- cards. De leerlingen werken dit uit in het klad. De leerlingen mogen dit gedurende een aantal lesuren maken en laten nakijken door de leerkracht. Via het programma van E-cards schrijven ze een boodschap naar een medeleerling en mogen ze dit effectief online verzenden.